Jouw plek in het stelsel

In het DSM werken veel verschillende partijen samen. Iedere partij heeft een eigen rol of functie en daarmee een eigen verantwoordelijkheid. Zo zorgen we dat het stelsel als geheel goed functioneert. Stelselpartijen zijn namelijk afhankelijk van elkaars mobiliteitsdata voor de eigen werkprocessen. Op deze pagina worden de rollen en functies op hoofdlijnen beschreven.

Bronhouders van mobiliteitsdata

Werk je bij een gemeente, provincie, waterschap of bij Rijkswaterstaat? Dan is jouw organisatie publieke ‘bronhouder’ van mobiliteitsdata. Denk maar aan de grote hoeveelheid informatie over mobiliteit die jouw organisatie heeft: informatie over wegwerkzaamheden, fietsenstallingen, parkeervlakken, verkeersongevallen, mobiliteitshubs, ov-haltes, verkeersborden, wegkenmerken of schoolzones. Ook organisaties als Prorail en vervoersautioriteiten voor OV zijn publieke bronhouders. Naast publieke partijen zijn er (semi)private bronhouders van mobiliteitsdata. Denk aan ov-bedrijven, parkeerbedrijven, navigatiediensten, deelvervoerders en fabrikanten van vervoermiddelen. In het DSM werken bronhouders aan het digitaal beschikbaar én uitwisselbaar maken van hun mobiliteitsdata.

Afnemers van mobiliteitsdata

Naast bronhouder zijn bovengenoemde partijen vaak ook afnemer van mobiliteitsdata. Je bent afnemer van mobiliteitsdata als je data gebruikt voor je eigen werkprocessen of in toepassingen. Denk bijvoorbeeld aan gemeenten en provincies die data van elkaar afnemen voor het afstemmen van wegwerkzaamheden. Of private partijen zoals navigatiediensten of onderzoeksbureaus die data afnemen voor hun toepassingen. Ook kunnen verschillende afdelingen binnen één organisatie elkaars bronhouder en afnemer in de dataketen zijn. Bijvoorbeeld wanneer de beleidsafdeling 'veiligheid' van de gemeente (afnemer) een veiliger fietsbeleid wil en hiervoor inzage wil in bepaalde mobiliteitsdata van een andere afdeling binnen diezelfde gemeente (bronhouder), bijvoorbeeld de afdeling die over wegverkeer of haaientanden gaat. Om beleid te kunnen maken is goede en betrouwbare mobiliteitsdata - ook van je eigen organisatie - dus zeer belangrijk.

Dataverstrekkers

Dataverstrekkers in het DSM brengen vraag naar en aanbod van mobiliteitsdata bij elkaar. Zij leveren informatie aan afnemers op basis van data van bronhouders. Ook monitoren zij de kwaliteit van de data op basis van in het DSM overeengekomen afspraken. Dataverstrekkers werken in opdracht van bronhouders. Door landelijke voorzieningen te bieden kunnen dataverstrekkers de bronhouders ontlasten. Soms vervullen bronhouders zelf de functie van dataverstrekker.

Toezichthouder

De toezichthouder houdt onafhankelijk toezicht binnen het DSM vanuit het juridisch kader van de Europese ITS-Richtlijn. De toezichthouder controleert bijvoorbeeld of partijen zoals gemeenten of provincies data delen volgens de gemaakte afspraken en of deze data aan de afgesproken kwaliteitseisen voldoen. Momenteel wordt gewerkt aan de verdere uitwerking en invulling van deze rol.

Stelselhouder

De stelselhouder is verantwoordelijk voor de gezamenlijke systeemsturing op het stelsel. Daarbij zorgt de stelselhouder dat EU-ambities op het gebied van mobiliteitsdata in Nederland worden vervuld. De stelselhouder is niet verantwoordelijk voor de daadwerkelijke uitvoering van taken rondom de digitalisering en uitwisseling van mobiliteitsdata. Dat is de taak van de ketenregisseur en ketenpartners zelf. In het DSM wordt de rol van stelselhouder vervuld door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Ketenregisseurs

Binnen het DSM bestaat er voor ieder data-item een dataketen. In deze dataketens zitten een bronhouder, een dataverstrekker en een afnemer. Voor iedere dataketen is een ketenregisseur aangesteld. Deze is verantwoordelijk voor het monitoren van het functioneren van de dataketen op technisch en functioneel niveau. Binnen het DSM vervult de tactische tafel de functie van ketenregisseur van de dataketens die onder hun verantwoordelijkheid vallen.

National Access Point (NAP)

Het National Access Point (NAP) heeft de taak om de data die valt onder de Europese ITS-Richtlijn landelijk vindbaar te maken. In Nederland vervult het Nationaal Toegangspunt Mobiliteitsdata (NTM) de rol van het NAP. In het register van NTM kunnen overheden en marktpartijen mobiliteitsdata publiceren en vinden, met bijbehorende informatie over datakwaliteit en standaarden. Lees meer over het NAP op deze pagina van het NTM.

Publieke en private partijen in het stelsel

Publieke partijen in het stelsel zijn op hoofdlijnen de vier publieke bronhouders (gemeenten, provincies, waterschappen, Rijkswaterstaat), de stelselhouder (het Ministerie van IenW), de toezichthouder en de meeste dataverstrekkers. Deze partijen werken samen aan het opzetten en verder uitbouwen van het stelsel. Ze hebben een formele verantwoordelijkheid en zijn aan te spreken op het naleven van afspraken die we met elkaar maken in het DSM. Samen bepalen we welke verantwoordelijkheden bij welke publieke partijen komen te liggen.

Private partijen hebben veel invloed op ons mobiliteitssysteem en daarmee op de werking van het stelsel. Denk aan een navigatiedienst; deze wordt door bijna alle weggebruikers gebruikt voor het bepalen van de route. Wanneer publieke en private partijen samenwerken kan het verkeer veiliger worden gemaakt, doorstroming worden verbeterd en kunnen er betere diensten worden geboden aan reizigers. Daarbij hebben private partijen zich te houden aan wetgeving die voortkomt uit de Europese ITS-Richtlijn. Samenwerking tussen publieke en private partijen in het stelsel is dus zeer belangrijk. Dit doen zij door, onder andere, het gesprek te voeren aan overlegtafels binnen het DSM.