Deelmobiliteit

Deelmobiliteit biedt kansen voor sneller en duurzamer reizen. In het DSM werken we aan het digitaliseren en uitwisselen van data om deelvervoer goed werkend én onderdeel van een multimodale reis te maken. Hierbij gaat het enerzijds om data van deelvervoerders zelf, zoals informatie over de beschikbaarheid en het gebruik van voertuigen. Anderzijds gaat het om data die gemeenten, deelvervoerders en reisinformatiediensten gezamenlijk nodig hebben, bijvoorbeeld over parkeerlocaties, verkeerssituaties en reisinformatie zoals routes en drukte. Zo werken gemeenten en aanbieders van deelvervoer samen om deelmobiliteit uit te laten groeien tot iets alledaags.

Met het DSM willen we partijen wegwijs maken, verbinden en stimuleren om samen te werken. Daarom is hieronder een overzicht gepresenteerd van partijen die momenteel werken aan het thema. Het is een selectie van partijen en mogelijk niet volledig.

Overlegtafels over deelmobiliteit

  • Tactische tafel Deelmobiliteit/MaaS/Hubs.
  • Werkgroepen van de standaarden: CDS-M (wordt opgericht samen met programma natuurlijk deelmobiliteit (N!D), TOMP.
  • Change advisory board & strategisch comité van de standaarden (gesloten, geen open groep, kunnen wel aanmelden bij NTM).
  • MaaS Afsprakenstelsel.
  • Dashboard deelmobiliteit CROW (vooral gemeenten en een aantal deel tweewieler aanbieders).

Organisaties binnen deelmobiliteit

  • Natuurlijk!Deelmobiliteit: Het Programma Natuurlijk!Deelmobiliteit van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) stimuleert het gebruik van deelmobiliteit, zoals deelauto’s en deelfietsen, om mobiliteit duurzamer en efficiënter te maken. Dit programma richt zich op het bevorderen van samenwerking tussen gemeenten, aanbieders en andere partners, en ondersteunt beleid door middel van data-analyse en kennisuitwisseling.
  • Nationaal Toegangspunt Mobiliteitsdata (NTM): Het Nationaal Toegangspunt Mobiliteitsdata (NTM) is het centrale platform waar alle mobiliteitsdata vindbaar wordt gemaakt in het register. Daarnaast beheert het NTM enkele standaarden voor deelmobiliteit, zoals CDS-M, OpenWheels en TOMP-API, die worden beheerd via de ‘MaaS-standaarden governance structuur’."
  • Dutch Metropolitan Innovations (DMI): DMI zet in op deelmobiliteit om de druk op stedelijke ruimtes te verminderen en vervoer duurzamer te maken. Dit doen ze onder andere door het ontwikkelen van digitale tools die verschillende vormen van mobiliteit coördineren en beter benutten. Voorbeeld initiatieven zijn: algemene voorzieningen deelmobiliteit, Future insights.
  • CROW: Kennisplatform CROW bedenkt samen met experts slimme en praktische oplossingen voor vraagstukken over infrastructuur, openbare ruimte, verkeer en vervoer in Nederland. Zo helpt het Dashboard Deelmobiliteit overheden om deelmobiliteit beter te monitoren en beleid te optimaliseren. De tool verzamelt continu gegevens over de locatie en het gebruik van deelvoertuigen, waardoor steden inzicht krijgen in het gebruikspatroon.
  • Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM): KiM voert onderzoek uit naar de effecten van deelmobiliteit en gebruikt data om trends en patronen te analyseren die overheidsbeleid kunnen ondersteunen.
  • MRA (Metropoolregio Amsterdam): De MRA werkt samen met gemeenten in de regio aan initiatieven voor datagestuurde mobiliteitsoplossingen, waaronder deelmobiliteit.
  • RDW (Rijksdienst voor het Wegverkeer): RDW beheert gegevens over voertuigen en ondersteunt deelmobiliteitsaanbieders met kentekenregistraties en data die kunnen helpen bij het monitoren van voertuigen voor beleidsdoeleinden.
  • Koninklijk Nederland Vervoer (KNV): KNV is de ondernemersorganisatie voor het beroepspersonenvervoer in Nederland. De brancheverenigingen KNV Zorgvervoer en Taxi, Busvervoer Nederland en KNV Connected Mobility zijn onderdeel van Koninklijk Nederlands Vervoer.
  • De Coalitie van Deelauto-aanbieders (CvD): CvD is een samenwerking tussen aanbieders van verschillende vormen van autodelen (station-based, zone en free floating, commercieel, coöperatief, zakelijk en peer-to-peer) en gericht op een constructieve dialoog met beleidsmakers over het beleid dat nodig is om autodelen verder te ontwikkelen.